|
Algemeen: de verschillende vormen van oriëntatie worden toegelicht onder de vorm van fiches die steeds op dezelfde manier opgebouwd zijn. Op de eerste pagina staan steeds 2 balkjes met symbolen, één bovenaan met algemene informatie en één onderaan met de mogelijk toe te passen technieken.
Bovenste balk: hier wordt met bovenstaande symbolen (in kleur) aangeduid wanneer iets van toepassing is. Indien niet wordt een grijs symbooltje gebruikt.
- Type van training: kan de besproken vorm enkel toegepast worden op training of ook gebruikt worden als wedstrijd.
- Vorm van oriëntatie: wordt de oefening individueel uitgevoerd, als duo of zijn er meerdere deelnemers nodig om de oefening interessant te maken.
- Soort van belasting: aan de hand van het aantal (ingekleurde) postjes in het symbool, variërend van 1 tot 4, kan je snel nagaan waar het accent ligt bij een bepaalde oefening.
- Doel: de training is bedoeld voor het trainen van technieken van bepaalde niveaus.
Onderste balk: de in de diverse hoofdstukken besproken technieken.
Per oefening wordt met dit symbool weergegeven welke technieken het doel uitmaken van de training. | |
Technieken die minder geschikt of niet toepasbaar zijn, worden aangeduid met dit symbool. |
Gebruik van de fiches: deze fiches geven een idee van de mogelijke trainingsvormen met de technieken die ingeoefend kunnen worden. In functie hiervan kan je een oefening kiezen en de moeilijkheidsgraad aanpassen aan de doelgroep. De fiches zijn opgedeeld in drie domeinen: technische trainingen, recreatieve oefeningen en aflossingen.
|