Sprint-oriëntatie

Park- en stadsoriëntatie zijn al lang populair. De bekendste stadsoriëntatie is waarschijnlijk deze van Venetië (Italië) met een lange traditie. In 2006 kwamen er meer dan 3000 deelnemers aan de start.

Foto Venetië Kaart Venetië

Op het internet kan je nog een dynamische versie vinden van een deelnemer aan de wedstrijd in Venetië. Je zal zien dat het wegkeuzeprobleem hier een enorme uitdaging is.

Luc Melis Uit deze park- en stadsoriëntatie is de jongste variante in het O-lopen ontstaan: de sprint. Sprintoriëntatie bracht een nieuwe uitdaging met zich mee voor de kaarten. Eerder waren er al kaarten van parken, maar sprintwedstrijden kunnen plaats hebben in bossen, in stedelijk gebied of in gemengde omgevingen. Het bepalen van de kaartsymboliek is moeilijker gebleken dan deze voor de klassieke oriëntatieloop. Het onderscheid tussen passeerbare hindernissen (of doorschrijdbare gebieden) en niet-overschrijdbare hindernissen (of verboden gebieden) is primordiaal. Hiernaast "het muurtje" in het Belgisch kampioenschap van 2006 dat niet overschreden mocht worden.

ISSOM norm De symboliek van de sprintkaarten is gebaseerd op deze van de klassieke kaarten, maar toch zijn er een aantal verschillen. Het belangrijkste verschil tussen klassieke en sprintkaarten is dat de dikke zwarte lijnen enkel gebruikt worden voor onoverschrijdbare hindernissen. De andere verschillen komen verder uitgebreid aan bod.

Het aantal gebruikte symbolen ligt lager dan bij de klassieke kaarten (88 tegenover 104). Dit komt omdat een aantal symbolen overbodig worden. Zo kunnen bv. lijnmerkpunten, omwille van de grote schaal, getekend worden op hun ware grootte op de sprintkaart.

Het referentiedocument aangaande de symboliek is de IOF-versie van 2007. Dit document kan je vinden op de website van IOF of in de documentenmap.

Sprint-oriëntatie

De aanpak voor het maken van sprintkaarten verschilt van deze voor de "klassieke" beboste terreinen:

  • Er zijn meer beperkingen die de wegkeuze beïnvloeden in parken en bebouwde gebieden zoals onoverschrijdbare hindernissen en verboden gebieden.
  • Het aantal belangrijke details kan in bebouwde gebieden, zeker in het centrum van oude steden, aanzienlijk hoger liggen dan in bossen.
  • Niet enkel de mogelijke gebieden voor een sprintkaart dienen in aanmerking genomen te worden maar ook het doel van de kaart – een sprintoriëntatieloop aan hoge snelheid.
  • De juiste weergave van beperkte loopsnelheid, zowel de aard als de omvang is uitermate belangrijk in een sprintwedstrijd gezien de korte winnaarstijden.
  • In bebouwde gebieden is het niet ongewoon verscheidene “verdiepingen” te hebben. De sprintsymbolen laten toe eenvoudige doorgangen weer te geven.

Hindernissen zijn zeer belangrijk op sprintkaarten, vooral het feit of ze overschrijdbaar zijn of niet:

  • Hindernissen zoals hoge muren, hoge omheiningen en hoge rotsen beïnvloeden de wegkeuze en dienen ondubbelzinnig weergegeven te worden met een dikke zwarte lijn.
  • Hindernissen die gemakkelijk overschreden kunnen worden zoals lage omheiningen en kleine rotsen zullen weergegeven worden met een duidelijk dunnere zwarte lijn.
  • Merkpunten die gemakkelijk gekruist kunnen worden zoals trappen en randen van parkings worden met een zeer dunne zwarte lijn weergegeven.

Hieronder een voorbeeld van een rivier die plaatselijk overschrijdbaar is.

Foto beek Kaart beek

Sprint-oriëntatie

Kaart sprint Een sprintwedstrijd verloopt aan hoge snelheid in zeer goed doorloopbare parken, straten of bossen. De winnende tijden liggen tussen de 12 en 15 minuten. De kaart moet snel, duidelijk en gemakkelijk leesbaar zijn.

De korte afstand van de wedstrijden (2,5 tot 4 km) laat ook het gebruik van een grote schaal toe (van 1:2000 maar bij voorkeur 1:4000 of 1:5000) zonder dat het formaat van de kaart te groot wordt.

Op sprintkaarten worden ook de kleine merkpunten NIET getekend, alleen de duidelijke merkpunten die de deelnemers aan een hoge snelheid snel kunnen herkennen. Worden normaal bv. NIET getekend: vuilbakken, brandkranen, parkeermeters en straatlantaarnpalen. Hierdoor zou de leesbaarheid te sterk benadeeld worden.

Bij sprintkaarten geldt de uitspraak van Eduard Imhof (een Zwitsers kartograaf) nog meer: "Een kaart met enkele goed gekozen merkpunten is een veel betere kaart dan een volgekladde kaart met vele onbeduidende merkpunten". Hieronder een sprekend voorbeeld:

Kaart details1 Kaart details2

Sprint-oriëntatie

Opdat een sprintwedstrijd eerlijk zou zijn voor alle deelnemers mogen hindernissen die als onoverschrijdbaar getekend zijn, onafhankelijk of die nu al dan toch niet overschrijdbaar zouden zijn, NIET overschreden worden. Hier zijn 2 redenen voor:

  • Het is onmogelijk de exacte hoogte te bepalen voor wanneer een hindernis onoverschrijdbaar wordt. De eigenlijke overschrijdbaarheid hangt in grote mate af van de fysieke eigenschappen van de deelnemers zoals gestalte en sterkte. Als merkpunten die als onoverschrijdbaar weergegeven zijn op de kaart ook als VERBODEN te overschrijden verklaard worden zijn de omstandigheden gelijk voor iedereen.
  • Het overschrijden van bepaalde hindernissen (bv. monumenten) is mogelijk verboden door bepaalde wetten of reglementen.

Hieronder een voorbeeld van een omheining waar rondlopen verplicht is.

Foto omheining Kaart omheining

uitroepteken Lopen en kaartleesvermogen moeten de sleutelelementen zijn voor succes veeleer dan het beklimmen of springen over verboden hindernissen. Als gevolg hiervan moeten deelnemers die zich niet houden aan deze regels gediskwalificeerd worden.

De grootste uitdaging is het in kaart brengen van gebouwen. Een juiste weergave van de mogelijke doorgangen is essentieel.

gebouwen

Sprint-oriëntatie

Hieronder enkele voorbeelden van sprintkaarten met een aantal gebouwen waar je kan zien hoe het probleem van de doorgangen opgelost wordt.

Voorbeeld1 kaart
Voorbeeld2 kaart

Sprint-oriëntatie

De symbolen voor de sprintkaarten zijn gebaseerd op deze van de klassieke kaarten. Er zijn nochtans enkele grote verschillen. Hieronder de voornaamste verschillen tussen de 2 soorten kaarten.

klassieke kaarten sprint kaarten
Op klassieke kaarten wordt water steeds als ondoorwaadbaar beschouwd als er een zwart lijntje rond staat. De vulling is lichtblauw.

Ondoorwaadbaar water met zwart lijntje en donkerblauw.

Doorwaadbaar water met een lichtblauw lijntje en vulling.
Speciale vegetatie-objecten kunnen in een van de symbolen weergegeven worden. De definitie moet in de legende opgenomen worden. Er is GEEN specifieke definitie per symbool.

Opvallende alleenstaande boom.

Opvallende alleenstaande boom of struik met een stam <0,5m

Een duidelijk vegetatiekenmerk. De definitie moet in de legende opgenomen worden.
Onpasseerbare vegetatie. Een gebied met zeer dichte begroeiing (bomen of grondbegroeiing) dat niet kan of mag doorlopen worden. De kleur is donkergroen met een zwarte rasteroverprint om onderscheid te maken met het klassieke donkergroen

Wegen, van autoweg tot 3 meter brede wegen. Een onderbroken lijn indien ze nog aangelegd worden.

Parking

Smalle berijdbare weg

Karreweg

Breed pad
Verharde zone met asfalt, klinkers, tegels, beton of grind. De inkleuring in een bebouwde zone is lichter. Alle verharde wegen worden met dit symbool weergegeven.

Een NIET verharde weg of pad wordt weergegeven met een stippellijn maar nog steeds met een lichtbruine opvulling.
Tunnel Tunnel of onderdoorgang

Sprint-oriëntatie

klassieke kaarten sprint kaarten
Spoorweg Spoorweg

Tramspoor
Lage muur

Vervallen muur

Hoge muur
Overschrijdbare muur: symbool in onbebouwd gebied.

Overschrijdbare muur: symbool in bebouwd gebied.

Onoverschrijdbare of verboden te overschrijden muur.
Op de klassieke kaarten zijn de symbolen voor gebouwen beperkt tot zwarte blokjes. Verboden te doorlopen gebouw.

Overdekte zone bv. passage, garage, tankstation ...

Combinaties zijn dan natuurlijk ook mogelijk.

Dikke pilaren (2x2m) in een overdekte zone.

Trap, kan natuurlijk ook tegen een gebouw liggen.
Omheining

Hoge omheining
Overschrijdbare omheining of reling, max 2m hoog.

Onoverschrijdbare of verboden te overschrijden omheining (in een dikkere lijn dan op de klassieke versie).

uitroepteken ONDOORWAADBARE OF ONOVERSCHRIJDBARE HINDERNISSEN DIENEN BIJ DE SPRINTWEDSTRIJDEN BESCHOUWD TE WORDEN ALS VERBODEN TE OVERSCHRIJDEN. DOE JE DIT TOCH, DAN KAN JE GEDISKWALIFICEERD WORDEN.

Sprint-oriëntatie

Hierbij een voorbeeld van een hertekende klassieke kaart naar een sprintkaart (op de volgende bladzijde).

Voorbeeld klassieke kaart

Sprint-oriëntatie

Hierbij een voorbeeld van een hertekende klassieke (op de vorige bladzijde) kaart naar een sprintkaart.

Voorbeeld sprintkaart

Sprint-oriëntatie

Tot slot nog een voorbeeld. Hierbij de kaart van het wereldkampioenschap WE van 2005.

Voorbeeld sprintkaart