Als je een kaart goed bestudeert, zie je dat er naast paden en wegen nog diverse andere "lijnen" op de kaart staan. De voornaamste zijn: symbolen voor vegetatiegrenzen, omheiningen, elektriciteitsleidingen, beken, grachten, bermen, enz. Als je de legende nog eens goed bestudeert, zal je zien dat er veel lijnmerkpunten zijn. Op onderstaande kaart zijn er enkele aangeduid.
Bij de uitleg over de omloop
(zie
) werd al een voorbeeld hernomen met een stijgende
moeilijkheidsgraad van de omlopen alnaargelang de geboden wegkeuze en de ligging van de posten. Met de twee basistechnieken
(zie
en
)
in het achterhoofd zal in de volgende hoofdstukken besproken worden hoe je, vertrekkend van een eenvoudige
omloop, kan evolueren naar het afleggen van moeilijke omlopen.
Als je een omloop aflegt moet je op verschillende momenten een beslissing nemen (zie voorbeeld). Ga je rechtdoor? Moet je van richting veranderen? Ga je een ander pad nemen? Deze plaatsen worden BESLISSINGSPUNTEN genoemd. Hier moet je ALTIJD de basistechnieken toepassen (je kaart opnieuw oriënteren en je duim verplaatsen).

Maar toch nog even opgelet, je kan ook snel
fouten maken doordat je de lijnmerkpunten niet ziet. Vaak is dit het begin van een lijnmerkpunt tegen een weg zoals
bv. een gracht of een beekje. Die durven nog al eens beginnen op zo'n 5 meter van de weg waardoor je ze voorbij zou
kunnen lopen.
Als je een (slecht zichtbaar) wegeltje wil nemen vanaf een pad moet je eerst kijken of het wegeltje wel
degelijk vertrekt vanaf het pad. Daartoe wordt er op de kaart een duidelijk onderscheid gemaakt tussen 
Wegeltjes en smalle brandgangen zijn ook gevaarlijk als je ze moet kruisen. Je wil ze dan zien om te weten
waar je exact bent. Het gevaar hier is dat je ze voorbij zou kunnen lopen zonder het te merken
waardoor je een fout zou kunnen maken. Ook hier zorg je best voor een back-up plan door naar andere mogelijke
merkpunten te kijken. In dit voorbeeld enkele goed en slecht zichtbare kruispunten.