Driehoek-vierkant aflossing-O

Type training Vorm van oriëntatie Soort belasting Doel
Kan als wedstrijd Kan als training Alleen Duo Groep Techniek Tactiek Fysiek Stress Niveau

schema Hoe werkt het? Een aflossingsvorm voor ploegen van twee lopers. De training vangt aan met een massastart. Iedere loper doet om beurt een kleine omloop (een vierkant) terwijl de ploegmaat rustig naar het volgende aflossingspunt loopt (langs de zijde van een driehoek).

De driehoek wordt bij voorkeur gemarkeerd met lintjes om het verschil in stress te accentueren tussen het lopen op een omloop en het lopen tussen de aflossingspunten.

De oefening gaat door tot beide lopers de driehoek twee keer hebben afgelegd en elke loper elk vierkantje heeft gedaan.

Voor een ploeg is het verloop als volgt:

  • loper 1: A - 1 - 2 - B <-> loper 2: A - B - wissel
  • loper 2: B - 3 - 4 - C <-> loper 1: B - C - wissel
  • loper 1: C - 5 - 6 - A <-> loper 2: C - A - wissel
  • loper 2: A - 1 - 2 - B <-> loper 1: A - B - wissel
  • loper 1: B - 3 - 4 - C <-> loper 2: B - C - wissel
  • loper 2: C - 5 - 6 - A <-> loper 1: C - A - aankomst

Doel van de training? De stress van een aflossingswedstrijd simuleren. Het wachten op de andere loper, de aflossing, een andere loper volgen, gevolgd worden, enz. komen meermaals aan bod.

Voorbereiding? Stel ploegen samen. De ploegen zouden zodanig moeten samengesteld worden dat ze ongeveer van eenzelfde niveau zijn zonder dat de verschillende lopers daarom van een gelijk niveau moeten zijn. Maak dan een oefening in de gegeven vorm. Je kan natuurlijk ook andere vormen gebruiken of meer posten leggen, variatie brengen in de lengte van de benen, enz.

Mogelijk te trainen technieken
oriën- teren kaart kaart contact lijnmerk- punten volgen keuze volgweg ruw-O fijn-O afwijken vereen- voudigen posten kompas lopen passen tellen reliëf

Driehoek-vierkant aflossing-O

Hoe aanpassen voor jongeren? Doe de oefening in een eenvoudig parkterrein en plaats de posten bij eenvoudige merkpunten.

Hoe moeilijker maken? De terreinkeuze bepaalt voor het grootste deel de moeilijkheid van de oefening. Let echter op het doel niet voorbij te schieten. De nadruk ligt op het beleven van de stress tijdens een aflossingswedstrijd. Als je de oefening te moeilijk maakt loop je de kans dat er veel gezocht gaat worden waardoor het tempo daalt en de lopers op de driehoeken langer gaan moeten wachten.

Wie wint? Gemakkelijk: de snelste ploeg.

Besluit? Een vrij intensieve aflossingstraining doordat elke loper meermaals moet aflossen.

Opmerking: als er teveel ploegen zijn kan je de oefening ook gelijktijdig doen starten op de drie verschillende start- of aflossingspunten (A, B en C). De driehoek moet dan wel voldoende klein zijn om een goed overzicht te hebben.

Hieronder een uitgewerkt voorbeeld in een eerder moeilijk gebied. De omloopjes zijn telkens ongeveer één kilometer lang. Je ziet duidelijk dat de vorm kan aangepast worden. Het is dus een korte maar intense inspanning.

voorbeeld