|
Hoe werkt het? Een aflossingsvorm voor ploegen van twee lopers. De training vangt aan met een massastart. Iedere loper doet om beurt een kleine omloop (een vierkant) terwijl de ploegmaat rustig naar het volgende aflossingspunt loopt (langs de zijde van een driehoek).
De driehoek wordt bij voorkeur gemarkeerd met lintjes om het verschil in stress te accentueren tussen het lopen op een omloop en het lopen tussen de aflossingspunten.
De oefening gaat door tot beide lopers de driehoek twee keer hebben afgelegd en elke loper elk vierkantje heeft gedaan.
Voor een ploeg is het verloop als volgt:
- loper 1: A - 1 - 2 - B <-> loper 2: A - B - wissel
- loper 2: B - 3 - 4 - C <-> loper 1: B - C - wissel
- loper 1: C - 5 - 6 - A <-> loper 2: C - A - wissel
- loper 2: A - 1 - 2 - B <-> loper 1: A - B - wissel
- loper 1: B - 3 - 4 - C <-> loper 2: B - C - wissel
- loper 2: C - 5 - 6 - A <-> loper 1: C - A - aankomst
Doel van de training? De stress van een aflossingswedstrijd simuleren. Het wachten op de andere loper, de aflossing, een andere loper volgen, gevolgd worden, enz. komen meermaals aan bod.
Voorbereiding? Stel ploegen samen. De ploegen zouden zodanig moeten samengesteld worden dat ze ongeveer van eenzelfde niveau zijn zonder dat de verschillende lopers daarom van een gelijk niveau moeten zijn. Maak dan een oefening in de gegeven vorm. Je kan natuurlijk ook andere vormen gebruiken of meer posten leggen, variatie brengen in de lengte van de benen, enz.
|