|
Hoe werkt het? Op het eerste zicht is het een gewone scoreloop met een massastart. De lopers krijgen een kaart (op grote schaal) met posten maar géén postenbeschrijving of controlenummers, wel een controlekaart.
Eén of twee lopers krijgen echter GEEN kaart. Dit zijn de "jagers" en zij
krijgen een pet op om herkenbaar te zijn. Deze Jannen (of Jeanninekes) vertrekken 30 seconden na de anderen
en moeten proberen een kaart te bemachtigen door een loper te vangen.
Een loper die aangetikt wordt door een jager moet zijn kaart afgeven en de pet opzetten. Terugtikken mag niet.
Er zijn echter veilige plaatsen. Een loper die aan een post staat kan niet getikt worden.
De opzet is voor iedereen is dezelfde: binnen de opgelegde tijd trachten zoveel mogelijk posten aan te doen.
Een spreiding van de lopers kan bekomen worden door alle lopers een verschillende eerste post op te leggen.
Doel van de training? Op een speelse wijze de lopers laten fijn oriënteren en vooral zich leren te relocaliseren. De "jagers" moeten
zich zien terug te vinden als zij een kaart in handen krijgen. De andere lopers moeten zich meermaals relocaliseren
als zij op de vlucht slaan voor een jager en daardoor even niet meer op de kaart konden kijken.
De posten mogen géén controlenummer
hebben omdat dit het relocaliseren te veel zou vereenvoudigen. Dit maakt bovendien ook dat de lopers steeds goed moeten weten
waar ze zijn om de post te knijpen in het juiste vakje.
|