Hoe aanpassen voor jongeren?
- Kinderen kan je een kompasloop laten uitvoeren in een park of op een schoolterrein.
- Beperk de afstanden tot 100 à 200 meter.
- Maak eventueel een aangepaste kaart, blanco tussen de posten maar met alle details in de omgeving van de posten (zie ook vensterloop).
- Je kan de kinderen ook steeds laten terugkeren naar de start (steroriëntatie).
Hoe moeilijker maken?
- Je kan langere stukken (500 à 600 meter) inbouwen in de omloop.
- Gebruik een geaccidenteerd terrein (bv. heide) of heuvelachtig terrein waar passen tellen moeilijk is.
Wie wint? Iedereen die alle posten vindt is al een winnaar. Vermits de loopsnelheid hier NIET primeert maar
wel de nauwkeurigheid, is een alternatief op :"de loper met de snelste tijd wint", aangewezen. Het meten van de
afwijking op de posten is nagenoeg onmogelijk zodat toch steeds het aspect tijd aan bod zal komen. Je kan dan
eventueel werken met de tussentijden en per post punten toekennen aan de snelste lopers bv. 5-4-3-2-1. Op deze
manier weegt het maken van een fout niet te zwaar door in het eindresultaat en blijven de lopers gemotiveerd gedurende
de ganse omloop.
Besluit? Deze oefening spitst zich toe op het gebruik van het kompas zonder andere technieken aan bod te laten
komen. Een kaart behoort immers bij de basisuitrusting van een oriënteerder en het kompas wordt meestal gebruikt om
de kaart te oriënteren of om een ruwe richting te nemen. Het is een leuke oefening als afwisseling maar de techniek
van het kompaslopen blijft een hulpmiddel.
Hieronder een uitgewerkt voorbeeld: