Ploegen scoreloop-memorisatie met bonusloop

Type training Vorm van oriëntatie Soort belasting Doel
Kan als wedstrijd Kan als training Alleen Duo Groep Techniek Tactiek Fysiek Stress Niveau

Hoe werkt het? Duo's moeten op geheugen (memorisatieloop) zo snel mogelijk een opgelegd aantal posten van een scoreloop (liefst niet allemaal, bv. 15 van de 20 posten) zien te vinden. Elke ploeg krijgt EEN kaart. De training begint met een massastart en van elke ploeg vertrekt EEN loper die op zoek gaat naar maximum twee posten (memorisatie). Zijn ploeggenoot loopt met de kaart ondertussen rondjes van bv. 300 meter en per afgelegde ronde verdient hij bv. 30 seconden bonificatie. Na elke ronde knijpt hij in zijn controlekaart. Tijdens het lopen moet hij tevens de de twee volgende posten memoriseren.

Na elke aflossing dient elke loper op de kaart van de ploeg aan te duiden welke posten hij effectief gehaald heeft en zijn volgende posten kiezen. Die dient hij natuurlijk ook aan te duiden op de kaart om te vermijden dat de andere loper dezelfde posten zou gaan zoeken.

Bovendien moeten ze bij elke aflossing de kaart doorgeven en verwisselen van controlekaart.

Doel van de training? Stress creëren door de aflossingsvorm (controlekaarten omwisselen + doorgeven kaart) en de scoreloop waarbij de loper dan voldoende de zenuwen in bedwang moet kunnen houden om de posten te vinden op geheugen. De spanning door de voortdurende aflossingen en de onzekerheid in de vooruitgang van de andere ploegen maken dat de stress extra stijgt. Daarenboven is het een fysiek zware oefening door het bonussysteem en bovendien wordt ook nog het kaartlezen al lopend geoefend.

Een extra tactisch element maakt deze training nog boeiender. De rondjesloper moet de tijd inschatten die de ploeggenoot nodig zal hebben om de posten te vinden en deze vergelijken met de tijd die hij nodig heeft om een rondje te lopen zodat de aflossingen zo nauwkeurig mogelijk ingeschat zouden worden. Als een loper net op een rondje vertrekt als zijn ploegmakker toekomt voor de aflossing wordt de bonus eigenlijk opgebruikt aan wachten.

Voorbereiding? Maak een scoreloop, maar hou er bij de keuze van de posten rekening mee dat de lopers géén kaart bij zich hebben. Zet een vrij dicht postennet uit (dicht bij de start/aankomst) en voorzie voldoende posten opdat de oefening toch een zekere tijd zou duren. Voorzie EEN kaart en TWEE controlekaarten per ploeg. Aan de start/aankomst moet het mogelijk zijn een goed beloopbaar rondje uit te stippelen van bv. 300 meter. Voorzie een controleur om toezicht te houden bij het knijpen van de gelopen rondjes op de controlekaart en een controleur die nakijkt dat er slechts twee posten gehaald werden.

Hoe aanpassen voor jongeren? Geef beide lopers een kaart (geen memorisatie) en kies een eenvoudig terrein.

Mogelijk te trainen technieken
oriën- teren kaart kaart contact lijnmerk- punten volgen keuze volgweg ruw-O fijn-O afwijken vereen- voudigen posten kompas lopen passen tellen reliëf

Driehoek-vierkant aflossing-O

Hoe moeilijker maken? Tussen de posten zitten een aantal "dummy's". Aan deze posten hangt wel een vlaggetje maar geen tangetje. Hierdoor kunnen aan deze posten geen punten gescoord worden en tellen ze dus ook niet mee in het aantal opgelegde posten.

Wie wint? De ploeg die als eerste het opgelegde aantal posten vindt in de kortste totaaltijd (gelopen tijd - bonustijd).

Besluit? Een veel omvattende trainingsvorm met een diversiteit aan technische, fysieke en psychische elementen die getraind worden. Volgens de technische moeilijkheid van de kaart en het niveau van de deelnemers wordt het een intervaltraining.

Hieronder een voorbeeld met een bonusomloop van ongeveer 300 meter in een eerder eenvoudig domein maar daarom nog géén eenvoudige oefening.

voorbeeld