Puntenkoers-O

Type training Vorm van oriëntatie Soort belasting Doel
Kan als wedstrijd Kan als training Alleen Duo Groep Techniek Tactiek Fysiek Stress Niveau

Hoe werkt het? Op de kaart staan een klassieke omloop en een aantal extra posten (zie voorbeeld op de volgende pagina). Aan elke post van de omloop hangen drie kartonnetjes (puntenkaartjes) van een verschillende kleur. Aan de extra posten hangen GEEN kartonnetjes.

De training begint met een massastart. De drie eerste lopers aan de post verdienen punten en ze nemen hiervoor als bewijs een kartonnetje aan de post: bv. de eerste loper het rode kaartje, de tweede het gele en de derde het groene. De drie lopers die een kaartje hebben kunnen nemen, moeten wel via een extra post (via 1x naar 2 op het voorbeeld) die een omweg betekent naar de volgende post. Aan de extra post zijn geen punten te verdienen. Zo blijft het mogelijk dat een loper die niet bij de drie eerste lopers aan een post was, dit wel is aan de volgende post en ook punten kan verdienen. Hij zal dan op zijn beurt wel via een extra post verder moeten. De training gaat zo verder tot aan de aankomst.

Doel van de training? Deze training tracht de lopers te stimuleren om de ganse wedstrijd voluit te gaan. Ook de iets mindere lopers kunnen punten sprokkelen doordat de eerste lopers aan de posten telkens een omweg moeten maken. Anders dan in andere oefeningen met een massastart blijft iedereen hier de kans hebben om één of meerdere keren bij de eerste drie aan een post te komen waardoor niemand snel ontmoedigd wordt. De fysieke en psychische belasting zijn bij deze training dus het belangrijkste.

Om het doel zeker te halen kunnen kleine groepen gemaakt worden van bv. 8 à 10 lopers. Aan de posten worden dan twee setjes kartonnetjes gehangen, duidelijk gemerkt per groep. De verschillende groepen kunnen allemaal samen vertrekken of met verschillende massastarten.

Voorbereiding?

  • Maak een omloop van een degelijke moeilijkheidsgraad doch niet extreem moeilijk. Leg de posten op 400 à 600 meter van elkaar.
  • Plaats dan de extra posten die een omweg van 100 à 200 meter betekenen.
  • Maak vervolgens kartonnetjes die duidelijk de post en de positie aangeven bv. groep 1 post 3 plaats 2. Dit om na afloop na te kunnen gaan of de lopers wel degelijk via de extra posten zijn gegaan als ze dit moesten doen.
  • Maak een duidelijke controlekaart als je de oefening niet met het emit-systeem zou doen.

Mogelijk te trainen technieken
oriën- teren kaart kaart contact lijnmerk- punten volgen keuze volgweg ruw-O fijn-O afwijken vereen- voudigen posten kompas lopen passen tellen reliëf

Puntenkoers-O

Hoe aanpassen voor jongeren? Deze oefening wordt afgeraden voor jongeren gezien de fysieke en psychische belasting. Eventueel kan er een soort spelvorm van gemaakt worden in een eenvoudig terrein. Maak dan wel de benen korter en beperk de omwegen. De totale afstand mag zeker niet te groot zijn. De oefening kan ook ludiek gemaakt worden door opgeblazen balonnen aan de posten te hangen die dan de ganse omloop meegenomen moeten worden tot aan de aankomst om punten te kunnen scoren.

Hoe moeilijker maken? De moeilijkheidsgraad van deze oefening wordt vooral bepaald door de terreinkeuze en de plaatsing van de posten.

Wie wint? Aan de aankomst worden de punten geteld bv. 5 punten voor een rood kaartje, 3 punten voor geel en 2 punten voor groen. De loper die de meeste punten heeft weten te "plukken" wint.

Besluit? Een boeiende oriëntatievorm die de lopers aanspoort om voluit te gaan en waarbij de winnaar zeker niet op voorhand gekend is. Het is tevens een zeer goede fysieke training en een oefening om onder stress goed te blijven werken.

Hieronder een voorbeeld uit Noorwegen. De posten met een "x" zijn de extra posten die de eerste drie lopers aan een post moeten doen bv. de drie eerste lopers aan post 4 moeten via 4x naar post 5 lopen.

voorbeeld puntenkoers