Oriënteren in je luie zetel

Oriënteren in je luie zetel bevat eigenlijk alles wat je doet met kaarten, volgwegbesprekingen, split-time analyses van wedstrijden (zie ), enz zonder echt het terrein op te gaan. De komende maanden zullen hier nog diverse teksten en oefeningen over wegkeuze bijkomen maar om te beginnen staan hier een enkele eenvoudige geheugentrainers.

Opmerking: Vergeet niet naar de oefeningen te kijken die in diverse hoofdstukken hernomen zijn. Deze vallen ook onder de noemer van "oriënteren in je luie zetel".

Hieronder staan een hele reeks memo-oefeningen. Een heel eenvoudig spel maar toch een goede geheugentraining. Er bestaan zoveel logo's en tekeningentjes over O-lopen dat ze uiteindelijk ook al mooi zijn om naar te kijken. Je hoeft dus niet alle memootjes te spelen. De laatste memo's zijn moeilijker en best de moeite om te proberen.

  • Dieren in O-logo's: memo 1, 2 en 3 of als je de logo's alleen maar wil zien: 1, 2 en 3
  • O-tekeningen: memo 4 en 5 of als je de logo's alleen maar wil zien: 4 en 5
  • memo met trail-O logo's: memo 6 of als je de logo's alleen maar wil zien: 6
  • memo met ski-O logo's: memo 7 of als je de logo's alleen maar wil zien: 7
  • memo met MTBO logo's: memo 8 of als je de logo's alleen maar wil zien: 8
  • megamemo met klassieke-O logo's: memo 9 en 10 of als je de logo's alleen maar wil zien: 9 en 10
  • moeilijke memo met kaartjes: memo 11 en 12 of als je de logo's alleen maar wil zien: 11 en 12

Ook puzzelen kan een leuke training zijn. Je moet goed naar de details kijken om de puzzles te kunnen maken. Veel plezier.

  • Schuifpuzzle van de loopgrachten in Leopoldsburg (je moet klikken op "schudden" om de blokjes door elkaar te halen en dan op het blokje dat je wil verplaatsen): gemakkelijk of moeilijk
  • Een blokjespuzzle van linkeroever (je kan de blokjes verplaatsen naar een leeg veld door ze vast te nemen. Je moet de puzzle maken in het grijze gedeelte.): behoorlijk moeilijk
  • En een reeks kaartjes uit alle landen als blokjes terug samen te stellen (als je op "drag" klikt kan je de volledige kaart verplaatsen op je scherm. "Start" breekt de puzzle in het aantal stukjes dat je hebt gekozen in kolommen en rijen. "Grid" geeft je een rooster om de stukjes gemakkelijker te plaatsen. Een stukje dat je juist legt knippert even): eraan beginnen

Oriënteren in je luie zetel

In je luie zetel kan je proberen oefeningen te doen waar je tijdens een wedstrijd misschien de tijd (nog) niet voor neemt of je kan technieken leren toepassen die je (nog) niet onder de knie hebt. Vooral het aspect van het vereenvoudigen van het terrein, zeker in reliëfrijke gebieden (zie ), en het opsporen van goede opvangmerkpunten (zie )is voor vele lopers moeilijk. Je hoeft niet elk merkpunt op de kaart te lezen, wel van belang zijn deze die je nodig hebt om de post te vinden. Vereenvoudigen helpt je juist de grote merkpunten die je nodig hebt bij het oriënteren eruit te pikken. De volgende oefening helpt je om snel de kaart te leren interpreteren.

Neem een kaart en teken daarop een omloop met benen van 5 à 6 cm lang. Neem vervolgens een blanco blad en teken daarop enkel de omloop. Je maakt best in één keer enkele kaarten die je dan enkele dagen (weken) weg legt, om te voorkomen dat de kaart anders nog te fris in je geheugen zit.

De oefening is vrij eenvoudig. Bestudeer elk been gedurende een vooraf bepaalde tijd bv. 30 seconden. Terwijl je naar de kaart kijkt, zoek je dan duidelijke en opvallende merkpunten waar je naar toe zou kunnen lopen. Zodra de tijd voorbij is probeer je de duidelijke merkpunten zo goed mogelijk over te tekenen op je blanco kaart. Het is de bedoeling hierbij niet of zo weinig mogelijk op de moederkaart te kijken. Wees niet te nauwkeurig, het idee is te vereenvoudigen. Een heuvel kan je weergeven door één enkele hoogtelijn.

opgave blanco kaart oplossing

Herhaal de oefening nu voor elk been. Vergelijk na afloop je getekende kaart met de moederkaart. Je zou ertoe moeten komen voldoende informatie op je getekende kaart te hebben om ruw te kunnen oriënteren naar de zone met de post, niet noodzakelijk tot de controle zelf maar tot in de buurt ervan.

Als je dit soort oefening meermaals doet, kan je de tijd dat je naar de kaart kijkt verminderen. Moest je dan nog kunnen beschikken over een kaart van een terrein in je buurt kan je de oefening eerst in je luie zetel doen om daarna de omloop te lopen. Hierdoor zal je zien of je al dan niet de juiste merkpunten herneemt.

Opmerking: je kan deze oefening ook echt doen als een training (zie ) - teken je plan.

Oriënteren in je luie zetel

Een andere oefening is proberen je het terrein in gedachten voor te stellen door op een kaart te kijken, het terrein visualiseren. Ook dit is belangrijk bij het O-lopen. Als je een gebied inloopt zou je al moeten weten hoe het eruit gaat zien zodat je niet voor verrassingen komt te staan. Kaarten en omlopen kan je volop vinden op het internet. Een goed startadres is dit van World of Orienteering.

Natuurlijk kan je ook de virtuele O-wereld instappen. Er bestaan verschillende spelletjes maar Catching features is één van de betere. Hieronder enkele sfeerbeelden. Je ziet jezelf als loper die natuurlijk de posten vindt, van tijd tot tijd op de kaart kijkt en nadien zijn wedstrijd analyseert. Helemaal onderaan zie je enkele kaartjes en de virtuele terreinen. Dit spel kan gebruik maken van bestaande kaarten.

beeld 1 beeld 2
beeld 3 beeld 4
beeld 5 beeld 6

Oriënteren in je luie zetel

Een van de grootste moeilijkheden blijft het visualiseren van het reliëf. Hier kan het helpen even terug te keren naar de tijd van de kleurpotloden om de hoogtelijnen in te kleuren en zo een beter zicht te krijgen op de kaart. De VVO-jeugd kreeg op stage onderstaande kaart waarop ze de dag nadien moesten lopen. Het is duidelijk dat het op een berg is, maar waar is de hoogste top?

inkleuren 1

De linkertop springt duidelijk in het oog. Begin boven de hoofdhoogtelijn in te kleuren.

inkleuren 2

Oriënteren in je luie zetel

Gebruik "warme" kleuren (oranje-rood-paars) om de top verder in te kleuren zodat deze duidelijk in het oog springt. De langwerpige vorm van deze top wordt nu zeer goed zichtbaar alsook het hoogste punt.

inkleuren 3

Vervolgens begin je met een hoogtelijn te dalen. Door deze in te kleuren krijg je de vorm van de andere top. Vervolgens kan je ook deze top inkleuren. Nu wordt duidelijk dat er meerdere kleinere toppen zijn en dat deze rechtse top de hoogste top is. Tussen beide grote toppen is er een doorgang (zadel).

inkleuren 4

Oriënteren in je luie zetel

Daarna kan je beginnen met de lagergelegen delen van de berg in te kleuren. Gebruik hiervoor "koude" kleuren (geel, groen, blauw). Een andere eigenaardigheid wordt nu duidelijk. Deze berg heeft veel inlopers en uitlopers. Verscheidene uitlopers hebben een topje op het einde.

inkleuren 5

En dit is het eindresultaat. Je kan deze oefening doen op andere kaarten om het hoogteverschil goed in te schatten. Op deze manier krijg je een beter zicht op het reliëf wat je dan weer kan helpen om het te vereenvoudigen.

inkleuren 6

Oriënteren in je luie zetel

En dan zijn er nog de wegkeuze analyses. Natuurlijk krijg je er hier ook enkele geserveerd.

foto volgweg

Hieronder een gelopen stuk uit Noorwegen. Hierboven een foto van het terrein met de twee uiterste volgwegen.

kaart volgweg

Op de bovenste (blauwe) volgweg moet er 55 meter geklommen worden in het eerste deel van dit been. De steile helling in het begin is moeilijk maar nadien is het eerder gemakkelijk lopen naar de post. De onderste (rode) volgweg is snel en gemakkelijk naar het water toe maar op het einde moet er 65 meter geklommen worden naar de post. De rechte weg (groen) is de kortste maar vraagt het meeste klimmen (90 meter). De gele volgwegen brengen geen verbetering. De roze volgweg is gemakkelijk naar de weg toe, bergaf en door de moerasjes, maar ook hier moet er op het einde flink geklommen worden (75 meter). De roze volgweg is waarschijnlijk de snelste als je de steile klim op het einde aankan. Als alternatief is de blauwe volgweg zeker niet slecht want in dit soort terreinen zijn de kleine paden soms slechter beloopbaar dan de moerasjes.

Oriënteren in je luie zetel

En wat te zeggen van deze wegkeuzes? Misschien helpt het om de toppen in te kleuren.

wegkeuze 1

Oriënteren in je luie zetel

Het voorbeeld op de vorige pagina komt van de Tsjechische kampioenschappen in 2007. De elites kregen dat been te verwerken. Je ziet de verschillende wegkeuzes met de afstand en te klimmen meters. De wegkeuzes van Smola en Kozák worden aanzien als de beste: ze zijn weliswaar trager dan de snelste man op dit stuk (Losman) maar ze gebruiken meer wegen en paden.

wegkeuze 2 Hiernaast een voorbeeld uit Letland.

De rode volgweg is vrij eenvoudig en een veilige wegkeuze voor de meeste lopers. Je moet gewoon langs de berg blijven lopen tot je een grote inloper (vallei) ziet. Op de top zal je waarschijnlijk het te zoeken merkpunt al zien en is het gewoon bergaf naar de post.

De groene volgweg is de langste maar je kan deze volgweg nemen als je over paden wil lopen (om zeker te zijn waar je bent) en niet graag klimt.

De blauwe volgweg is de kortste maar vereist veel zelfvertrouwen, een goede technische kennis en een goede fysiek. Voor toppers is dit waarschijnlijk de snelste route.

wegkeuze 3 Hiernaast een voorbeeld uit Letland.

Tenslotte nog een probleem uit Slovenië.

De roze volgweg is een veilige route, 580m lang. De bedoeling is gebruik te maken van de kleine paden en daardoor het kaartlezen te vereenvoudigen en voordeel te halen uit de hogere snelheid die je kan ontwikkelen in vergelijking met het lopen door het terrein. Maar, kleine paden kunnen verraderlijk zijn en eenvoudig te missen.

De groene volgweg is waarschijnlijk de snelste, 480m lang. Geef toe, ze geeft je ook het meeste plezier door tussen de verschillende merkpunten te navigeren en de kaart trachten te vereenvoudigen. Steenrijke gebieden worden best vermeden omdat ze slecht beloopbaar zijn. Goede merkpunten zijn de rotsen en de heuvels die van verder zichtbaar zijn dan de inzinkingen (typisch is het negatieve reliëf in deze streken).

De blauwe volgweg is de langste, 680m. De looproute waarbij minder nagedacht moet worden. Normaal is deze wegkeuze trager maar voor een onervaren loper kan dit een oplossing zijn.