Mountainbike oriëntatie

MTB-oriënteerder Het doel bij MTBO is hetzelfde als bij de klassieke O-loop. Net zoals bij ski-O (zie ) moet het kunnen kaartlezen het dominerende element zijn. De wedstrijd verloopt normaal volledig op wegen en paden waarbij de deelnemer de omloop al rijdend aflegt of de fiets draagt of duwt. Het kaartlezen is enerzijds eenvoudiger dan bij de klassieke O-loop maar anderzijds ook moeilijker omdat de snelheid hoger ligt.

Ook de meeste vormen zijn mogelijk (enkel overdag): individueel, aflossing, scoreloop, sprint, enz.

Bij MTBO wordt normaal GEEN postenbeschrijving gebruikt en worden de controlenummers naast de post op de kaart gedrukt.

uitroepteken In uitzonderlijke gevallen worden posten in het terrein (niet op paden) geplaatst (in grote wedstrijden is daar de toestemming van de IOF voor nodig). In alle andere gevallen heeft het verlaten van de paden de diskwalificatie tot gevolg. Baanleggers zouden de omlopen zo moeten leggen dat het breken van deze regel een minimale winst zou kunnen opleveren.

kaarthouder De kaart wordt meegenomen in een speciale draaibare houder die op het stuur van de fiets bevestigd wordt. Er bestaan diverse modellen, hiernaast slechts één voorbeeld. Op de site van de Belgische MTB-O vind je hier meer informatie over(http://home.scarlet.be/~goosse22/1327337.htm).

Opmerking: een fietscomputer mag gebruikt worden op voorwaarde dat hij geen ingebouwde GPS heeft. De deelnemer mag wel gereedschap en reserve-onderdelen meenemen.

mtbo kompas Natuurlijk moet je de kaart kunnen oriënteren en net zoals bij de klassieke vorm moet je recht voor je uit werken (zie ).

De kaart zit in een draaibare houder. Je kan dus een kompas op deze houder plaatsen. Anderen verkiezen een model dat op de hand gedragen kan worden.

Opmerking: MTBO is een relatief jonge variante. Het eerste wereldkampioenschap had pas plaats in 2002 in Frankrijk.

Mountainbike oriëntatie

De berijdbaarheid van de paden samen met het inschatten van de hoogteverschillen zijn voor MTBO van groot belang bij het maken van een wegkeuze. Daarom wordt hieraan de nodige aandacht besteed op de kaarten en worden enkele specifieke symbolen ingevoerd.

De kaart moet ook goed leesbaar zijn zowel aan hoge snelheid als op hobbelige paden. Dit wil zeggen dat veel details in het “vrije” terrein weggelaten worden om het netwerk van paden (overdreven) weer te kunnen geven en om de vorm van het terrein te vereenvoudigen.

Wegen > 1,5 meter Paden < 1,5 meter
Gemakkelijk berijdbare weg met gestabiliseerd wegdek (bv. een bosweg) zonder hindernissen. Gemakkelijk berijdbaar pad, goed onderhouden, zonder erosie of hindernissen.
Trage weg met diepe sporen, modderige of zanderige ondergrond. Traag pad door moeilijk terrein met rotsachtige of dwarshellende ondergrond.
Moeilijk of niet-berijdbare weg met hindernissen zoals boomwortels of trappen. Veel hindernissen, stenen, erosie, modder of zand. Het dragen van de fiets kan nodig zijn. Moeilijk of niet berijdbaar bergpad met hindernissen zoals boomwortels of trappen. Veel hindernissen, stenen, erosie, modder of zand. Het dragen van de fiets kan nodig zijn.

uitroepteken Voor alle duidelijkheid kan je de verschillen nakijken in een vergelijkende tabel. Je kan zien dat de kaarttekenaars er goed met hun gedachten bij moeten blijven om niet te zondigen tegen de regels.

Hieronder een vergelijking tussen een klassieke O-kaart en een aangepaste MTBO versie.

Klassieke kaart MTBO kaart

Het is duidelijk dat bij deze variante een dicht wegen- en padennet het wegkeuzeprobleem zal vergroten waardoor de wedstrijd aanzienlijk interessanter wordt en niet enkel fysiek en MTB-vaardigheden de doorslag geven.

Mountainbike oriëntatie

De verschillen in de wegen en paden zien er ongeveer uit als op onderstaande foto's.

GEMAKKELIJK BERIJDBARE WEG/PAD TRAGE WEG/PAD MOEILIJK OF NIET BERIJDBARE WEG/PAD
MTBO banner

Mountainbike oriëntatie

Hieronder ten slotte nog een voorbeeld van een Hongaarse MTBO kaart uit 2005.

Voorbeeld MTBO-kaart