Het doel bij ski-oriëntatie is hetzelfde als bij de klassieke O. De posten staan op de kaart en moeten (al dan niet) in volgorde aangedaan worden. Het verschil is echter dat alle posten op paden (pistes) of bij merkpunten naast de paden staan die bereikbaar zijn op "langlauf" ski’s.
Een postenbeschrijving wordt niet voorzien, het controlenummer wordt op de kaart gedrukt naast de post.
De schaal van de kaart en het hoogteverschil zijn identiek aan de klassieke O-loop. Ook de meeste vormen zijn mogelijk: individueel, aflossing, dag en nacht, scoreloop, sprint, enz.
Ski-O is een vorm die al langer erkend is door de IOF. Het eerste wereldkampioenschap had al plaats in 1975 in Finland.
Technisch gezien is deze variante minder moeilijk dan de klassieke O-loop omdat de vlaggetjes op gemakkelijke plaatsen hangen. Je zou zelfs kunnen denken dat het eenvoudig is. Je hoeft enkel de sporen te volgen van de skiërs die voor je gestart zijn, of toch niet? Waar zit dan de uitdaging?
Wel, het is niet zo eenvoudig als je denkt. De beste wegkeuze maken is bij ski-O enorm belangrijk. Van zodra je de beste wegkeuze gemaakt hebt tussen de posten is het een kwestie zo snel mogelijk te skiën. Meestal zijn er veel kruisingen van paden zodat je ook voorzichtig moet zijn géén fouten te maken. Ook bergaf kan moeilijk zijn. Je moet aan hoge snelheden beslissingen of moeilijke bochten kunnen nemen. Maar ik denk niet dat men al zover is gegaan als op de cartoon.
Om toe te laten de kaart te lezen al skiënd, gebruiken de meeste deelnemers een speciale houder waarop ook het kompas bevestigd kan worden.
OPMERKING: Ski-O is de variante die de meeste kans maakt als eerste erkend te worden voor de Olympische spelen maar in november 2006 werd het verzoek afgewezen door het IOC. Ten vroegste in 2018 kan ski-O alsnog een olympische tak worden.