Micro-oriëntatie

schema micr-O Micro-O is eigenlijk een onderdeel van een klassieke omloop met als bedoeling wereldbekerwedstrijden aantrekkelijker te maken voor het publiek en vooral ook voor de TVverslaggeving. Het werd ontwikkeld in 2004 in Noorwegen en voor het eerst ingevoerd in 2006 als onderdeel van een midden-afstand wedstrijd.

De wedstrijd wordt opgesplitst in verschillende onderdelen (zie schets). De totale tijd van de winnaar zou ongeveer 27 minuten moeten bedragen. De deelnemer legt eerst een klassieke omloop af van ongeveer 19 minuten. Aan het einde van dit deel krijgt de deelnemer een nieuwe kaart met het Micr-O gedeelte. Dit duurt ongeveer 5 minuten waarna een korte bufferronde gelopen wordt (30 Sec) om het aantal foutieve posten van de deelnemer te bepalen (door een snelle controle van de emit) naar de start van de strafrondes (van 20 seconden per foutieve post) en de start van het laatste stukje klassieke oriëntatie. In totaal duurt dit slechts zo’n drie minuten en zo wordt de spanning hoog gehouden tussen het Micr-O gedeelte en de aankomst (voor TV doeleinden).

Juiste post Voor het Micr-O gedeelte krijgt de deelnemer een nieuwe kaart op grote schaal met zes vrije en twee à drie verplichte punten. Op elk vrij controlepunt staan eveneens 3 à 4 valse posten (dummy’s). Het is de bedoeling de juiste posten te vinden aan de hand van de postenbeschrijving. Enkel de controlenummers van de verplichte posten worden gegeven. Je hoeft de vrije posten niet aan te doen, enkel de verplichte. Per foute of overgeslagen vrije post dient een strafronde gelopen te worden. Het opzet is natuurlijk dat het sneller is alle posten aan te doen (ongeveer 1 minuut) en strafrondes te vermijden.

micro-oplossing Het Micr-O gedeelte geeft de deelnemers extra tactische uitdagingen:

  • Hoeveel tijd zou ik kunnen winnen of verliezen door een post over te slaan?
  • Hoeveel tijd neem ik om de juiste post te bepalen?
  • Zou ik tijd winnen door enkel de verplichte posten te nemen en de 6 strafrondjes te lopen?

Een deelnemer wordt enkel gediskwalificeerd als hij een foutieve post neemt in de klassieke gedeelten of de verplichte posten van het Micr-O gedeelte. Na afloop worden kaartjes gemaakt met alle posten en de percentages van de aangedane posten (wie heeft welke post geknepen).

Meer gedetailleerde informatie kan je vinden in de documentenmap.

Micro-oriëntatie

De taak van de baanlegger is bij Micro-O hetzelfde als bij elke andere vorm van oriëntatielopen: interessante en moeilijke problemen creëren zonder dat het een geluksspel wordt. De lopers moeten de problemen kunnen oplossen met behulp van hun kaart, kompas en postenbeschrijving. Hieronder enkele regels voor de verschillende types posten.

Post Type 1: "Loop naar het merkpunt". Het doel is te testen of de loper accuraat navigeert naar de post. Dit vereist een gedetailleerde zone waar diverse valse posten geplaatst worden op verschillende details binnen de cirkel, maar ook aan de andere kanten van het juiste merkpunt dat opgegeven is in de postenbeschrijving. In dit voorbeeld moet je de uitloper zien die je de juiste hoop laat vinden.

Micr-O post type 1

Post Type 2: "Lees de volledige postenbeschrijving". Het doel is de fijn-oriëntatie capaciteiten van de loper te testen en na te gaan of hij de postenbeschrijving volledig leest. Hier staan de valse posten bij dezelfde types merkpunten en op dezelfde positie (bv. NW-kant van de steen) als de correcte post.

Micr-O post type 2

Post Type 3: "Elimineer". Het doel is de bekwaamheid van de loper te testen om uit verscheidene gelijkaardige merkpunten het juiste te kiezen. Hier staan de valse posten bij dezelfde types merkpunten en op dezelfde positie als de correcte post. Valse posten kunnen ook geplaatst worden op gelijkaardige merkpunten die te klein zijn om op de kaart te staan.

Micr-O post type 3

Post Type 4: "Een vlaggetje in het bos". De post staat niet bij een merkpunt op de kaart. Het doel is de bekwaamheid van de loper te testen om valse posten te elimineren door het schatten van afstanden en richtingen. De juiste locatie van de post wordt aangegeven door een klein paars kruisje binnenin de controlecirkel. De maximale afstand van de juiste post tot het dichtst bijzijnde duidelijk onderscheidbaar merkpunt mag niet meer dan 20 meter bedragen. De minimumafstand tussen de juiste en de valse posten moet meer dan 10 meter bedragen.

Micr-O post type 4

Micro-oriëntatie

Post Type 5: "Langs een lijnmerkpunt". Het doel is de bekwaamheid van de loper te testen om merkpunten te gebruiken in de nabijheid van een lijnmerkpunt, eventueel gecombineerd met het schatten van richtingen en afstanden. De juiste locatie van de post wordt aangegeven door een klein paars lijntje, loodrecht op het lijnmerkpunt, binnenin de controlecirkel. De maximale afstand van de juiste post tot het dichtst bij zijnde duidelijk onderscheidbaar merkpunt mag niet meer dan 20 meter bedragen. De minimum afstand tussen de juiste en de valse posten moet meer dan 10 meter bedragen.

Micr-O post type 5

Post Type 6: "Juiste post aan het eerste merkpunt". Het doel is variatie te brengen en de lopers te verrassen. De valse posten worden achter of aan de zijkanten van de juiste post geplaatst (t.o.v. de richting van waaruit de lopers komen).

Micr-O post type 6

Post Type 7: "Juiste post aan het laatste merkpunt". Het doel is variatie te brengen en de lopers te verrassen. De valse posten worden voor of aan de zijkanten van de juiste post geplaatst (t.o.v. de richting van waaruit de lopers komen).

Micr-O post type 7

Post Type 8a: "Verplichte post". Het doel is dat de lopers, onafgezien van hun taktiek of strategie, ongeveer dezelfde afstand afleggen. Deze post moet duidelijk en eerder eenvoudig zijn, zonder valse posten en met een gekend controlenummer. Dit opdat een loper die de keuze maakt enkel de verplichte posten te nemen hier zo weinig mogelijk tijd zou verliezen. Verplichte posten worden getekend met een cirkel in een driehoek.

Post Type 8b: "Laatste post en check point". De laatste post is altijd verplicht. De aankomst van de Micr-O is tevens een "check point" om na te gaan hoeveel fouten de loper eventueel gemaakt heeft. Dit punt heeft dus als doel de emit uit te lezen. Vanaf hier is er een afgebakende route naar de bufferlus, de strafronden en de kaartenwissel.

Micr-O post type 8a Micr-O post type 8b

Micro-oriëntatie

uitroepteken Bijkomende regels: de bovenkant van de posten moet 80 cm boven de grond uitsteken. De lopers moeten hun keuze kunnen maken tussen de verschillende posten maar het is geen verstoppertje. Eveneens moet de minimum hoek tussen de juiste en een valse post, aan hetzelfde merkpunt, MINSTENS 90° bedragen.

Tenslotte nog een voorbeeld van een kaart voor de Micr-O. Op deze kaart zijn eveneens de valse posten aangeduid. Je kan zien dat er niet alleen in de nabijheid van de controlepunten valse posten staan maar ook ertussen.

Voorbeeld ski-O kaart