Aanvalspunt - stoplijn 1

kaart 1 Naarmate de moeilijkheidsgraad van de omlopen toeneemt zullen de posten verder van lijnmerkpunten en grote merkpunten verwijderd staan. Om deze posten te vinden moet je proberen een duidelijk herkenningspunt te zoeken op de kaart. Dit laatste duidelijke herkenningspunt vóór de post wordt het aanvalspunt genoemd. Hier moet je voorbij om een grote kans te hebben de post onmiddellijk te vinden.

Een goed aanvalspunt is dus een duidelijk merkpunt zoals een kruising van lijnmerkpunten of bij gebrek hieraan, een open plek, een rots, enz. of in het reliëf: een duidelijke top of inzinking.

uitroepteken Hoe moeilijker het lijkt om een post te vinden, hoe belangrijker het is een goed aanvalspunt te kiezen.

kaart 2 Het aanvalspunt moet natuurlijk gemakkelijk te vinden zijn. Het heeft GEEN zin een aanvalspunt te kiezen waar je 10 minuten naar moet zoeken. Je vermijdt het best vervallen paden en omheiningen, kleine grachten, enz. Een zwakke bocht in een lijnmerkpunt (bvb. een gracht, een pad, enz.) is ook GEEN goed aanvalspunt want je weet nooit exact waar je staat op het lijnmerkpunt.

Op dit voorbeeld zijn de goede aanvalspunten aangeduid met een pijltje. De andere punten zijn te vaag of te onzeker om te gebruiken.

kaart 3 Je moet ook steeds kijken wat er zich achter de post bevindt. Stel dat je de post mist, wat dan? Vaak kom je dan uit op een lijnmerkpunt. Je weet dan dat je te ver bent. Deze lijn mag je NIET overschrijden. Ze wordt daarom ook de STOPLIJN genoemd. Je kan nu vanaf hier opnieuw proberen om de post te vinden.

In het ideale geval staat de stoplijn ongeveer loodrecht op de richting van de post die je nadert en ligt ze ook dicht bij de post.

borden Dit is het ideale moment om twee belangrijke verkeersborden te introduceren. Je zou deze steeds in het achterhoofd moeten hebben. Vermits de meeste tijd verloren gaat in de nabijheid van de posten is voorzichtigheid geboden vanaf het aanvalspunt. Vanaf hier ga je dus moeten vertragen ("slow").

De stoplijn moet zeer goed te herkennen zijn want anders kan je, doordat je druk bezig bent met het zoeken van de post, de stoplijn gewoon missen. Daarom is het ook belangrijk de stoplijn van in het begin goed te onthouden zodat er onmiddellijk "een belletje gaat rinkelen" bij het zien ervan om dan ook daadwerkelijk te "stoppen".

Aanvalspunt - stoplijn 1

professor De eigenschappen van een goed aanvalspunt zijn dus:

1. Het aanvalspunt moet duidelijk onderscheidbaar zijn.
2. Het aanvalspunt moet gemakkelijk te vinden zijn.
3. Het aanvalspunt moet dicht bij de post gelegen zijn.
4. Het aanvalspunt moet het vinden van de post vergemakkelijken.

Bij de wedstrijden in Vlaanderen verliest men wel eens de routine om een goed aanvalspunt te zoeken. Hoe komt dat? Wel, de post staat dikwijls op een plaats die eigenlijk een aanvalspunt zou kunnen zijn. Hieronder een voorbeeld. De post staat in een inzinking langs een pad. Moest post 1 geplaatst worden zoals op de rechtse kaart, dan zou de inzinking het aanvalspunt worden.

vb aanvalspunt 1a vb aanvalspunt 1b vb aanvalspunt 1c

Om de juiste redenering nog eens toe te lichten onderstaand vereenvoudigd voorbeeld. Om de kuil te vinden zijn er twee goede aanvalspunten mogelijk.

vb aanvalspunt 2a vb aanvalspunt 2b vb aanvalspunt 2c

Het is dan van belang om eens in de omgeving van de post te kijken. In dit geval is er bv. een natte gracht ten westen van de post die nuttig kan zijn als stoplijn. Daardoor krijg je een duidelijke voorkeur qua aanvalspunt. Zodra je aan het aanvalspunt komt, moet je dus voorzichtig in de richting van de post lopen. Controleer steeds of je je kaart goed geörienteerd hebt. Het gebruik van het kompas komt vaak goed van pas (zie ).

vb aanvalspunt 3a vb aanvalspunt 3b vb aanvalspunt 3c