BASISTECHNIEK 1 | Houdt de kaart zodanig dat de merkpunten op de kaart in dezelfde richting lopen als op het terrein. |
Meestal kan het oriënteren van de kaart gebeuren door naar de merkpunten in het terrein te kijken zoals gebouwen, weiden of wegen. Zoek deze merkpunten op de kaart en draai dan je kaart tot alles overeenkomt.
Je kan dan altijd "voor je uit" werken zodat je voor je ziet op het terrein wat je ziet op de kaart. Als je dan naar je kaart kijkt staan de dingen die je links van je ziet ook links op de kaart, dingen die rechts van je zijn staan dan ook rechts op de kaart.
DE EERSTE ACTIE AAN DE START IS DUS JE KAART ORIENTEREN! |
De hoofdreden om een kompas bij te hebben is om je te oriënteren (later leer je het gebruiken om een richting te nemen (zie ). Je kaart oriënteren met je kompas doe je door je kaart te draaien tot de rode noordpijl van het kompas in dezelfde richting wijst als de noorderlijnen op je kaart.
Vervolgens ga je natuurlijk weer "achter" de richting staan die je uit moet.
Een kaart kan je alleen helpen als ze overeenkomt met de realiteit.
Een kaart die je ondersteboven houdt, zal je zeker de verkeerde kant op sturen. Telkens je van richting verandert moet je de kaart opnieuw oriënteren door ze in de tegenovergestelde richting te draaien.