Het principe van een oriëntatieloop is zeer eenvoudig. Aan de start (de driehoek) krijg jij je kaart. Hierop staat een omloop (in paars) gedrukt. Het doel is deze omloop in de kortst mogelijke tijd af te leggen. Hieronder een schematische voorstelling.
Aan elke post staat een baken met een controlenummer
die je samen met een postenbeschrijving (zie
)
op voorhand krijgt. Tevens heb je een elektronische sleutel nodig die
je aan elke post moet inleggen. Aan de aankomst krijg je dan onmiddellijk je resultaat en al je tussentijden.
De moeilijkheidsgraad van een omloop kan zeer verschillend zijn. Enkele voorbeelden:
|
|
|
|

Beginnersomloop: alle posten liggen langs paden, géén wegkeuze
Gemakkelijke omloop: alle posten liggen langs paden maar er is wegkeuze
Middelmatige omloop: de posten liggen niet meer langs paden die nog wel gevolgd kunnen worden
Moeilijke omloop: de posten zijn moeilijk en de wegkeuze is niet voor de hand liggend