Hou je kompas op de kaart zodat je ze gemakkelijk kan oriënteren. Met je duim of de hoek van je kompas hou je je positie bij terwijl je loopt langs je gekozen volgweg.

Let hierbij wel op geen details te bedekken zodat je de merkpunten links en rechts van je volgweg kan blijven zien.

Kijk voortdurend van het terrein naar de kaart en omgekeerd. Zoek merkpunten op je kaart en wees er zeker van ze terug te zien op het terrein rondom jou.

Plooi je kaart tevens tot een comfortabele rechthoekige vorm die je gemakkelijk in EEN hand kan houden zodat de randen nog steeds (min of meer) overeenkomen met de noorderlijnen. Hou de kaart ook de ganse tijd in dezelfde hand (links of rechts). Let er wel op dat je minstens de volledige volgweg tussen 2 posten (je vorige en je volgende) kan zien. Plooi je kaart ook "netjes" zodat je ze niet beschadigt en daardoor bepaalde merkpunten zou "wissen" die belangrijk kunnen zijn.

Als er iets niet klopt - er is misschien een merkpunt op de kaart dat je niet romdom je ziet - stop dan onmiddellijk en tracht je te heroriënteren. Ga niet gewoon maar verder, het zal alleen maar moeilijker worden om uit te zoeken waar je staat.

Heroriënteren = grote merkpunten zoeken in het terrein die je gemakkelijk kan terugvinden op de kaart. Zoek naar verharde wegen, weiden, hoogspanningen, beken,omheiningen, gebouwen, enz. die vrij eenvoudig te herkennen zijn op de kaart. Als dit niet lukt ga je best terug in de richting van waar je komt tot je bekende merkpunten begint tegen te komen en een nieuwe volgweg kan aanvatten.

De enige keer dat je hulp krijgt van de organisator is aan de start. Dan zegt hij waar je staat, voor de rest ben je op jezelf aangewezen. Hij gaat normaal wel niet zo ver als op de foto.