Passen tellen

voeten Passen tellen is een techniek om te weten hoe ver je gelopen hebt. Vaak gaat deze techniek samen met het gebruik van het kompas (zie ) of als je een ruwe richting volgt (lopen op de naald - zie ) maar dit hoeft niet altijd zo te zijn. Naast het volgen van een richting kan het schatten van de afgelegde afstand nodig zijn, vooral wanneer er veel op elkaar gelijkende merkpunten zijn op je weg, ook als je niet te vroeg wil beginnen zoeken of om zeker te zijn dat je het punt niet voorbij loopt.

Je denkt misschien dat deze techniek minder nut heeft in onze typische terreinen in Vlaanderen, op het schietveld van Helchteren na dan. Wel, deze techniek is zeker ook zinvol in tal van andere gevallen. Hieronder een aantal typische voorbeelden.

  • A: Als je een slecht zichtbaar pad wil nemen als lijnmerkpunt of als je wil weten wanneer je een slecht zichtbaar kruispunt zal bereiken.
  • B: Als je een post moet vinden in een zeer gedetailleerd gebied waar je gemakkellijk een parallelfout (zie ) kan maken. Door je afstand te kennen kan je onderscheid maken tussen de details.
  • C: Als er weinig details zijn tussen het aanvalspunt en de post.

voorbeeld passen tellen 1
voorbeeld passen tellen 2 voorbeeld passen tellen 3 voorbeeld passen tellen 4

Passen tellen

uitroepteken Passen tellen is een techniek die in bepaalde omstandigheden de mogelijkheid om een fout te maken, verkleint. Deze techniek is echter een hulpmiddel en mag géén basistechniek worden. Kaartlezen blijft het belangrijkste.

Voor het schatten van de gelopen afstand tel je best het aantal keren dat je linkervoet (of rechtervoet) de grond raakt. Dit worden “dubbele passen” genoemd. Het aantal dubbele passen over een bepaalde afstand is voor iedereen verschillend en moet jij voor jezelf bepalen. De meeste lopers hebben rond de 40 dubbele passen nodig om 100 meter af te leggen op een vlakke weg.

vb passenschaal Sommige lopers gebruiken een “persoonlijke passenschaal” die ze op een papiertje maken en dan op hun kompaslatje plakken. Dan moeten ze niet "lopen rekenen" tijdens de wedstrijd. Hiernaast een uitgewerkt voorbeeld voor een schaal op 1/10.000 (tekening 1). Een eerste mogelijkheid is om deze schaal per 100 meter te vertalen in passen (tekening 2). De moeilijkheid met deze schaal is dat je een schatting moet maken voor tussenliggende afstanden. Daarom gaat de voorkeur uit naar een schaal met een eenheidsmaat van 10 dubbele passen (tekening 3).

De passenschaal is gemakkelijk te gebruiken en het is ook mogelijk om voor tussenliggende afstanden een goede schatting te maken van het aantal dubbele passen. Het is iets moeilijker om deze schaallatjes te maken. Daarom kan je op het einde van deze fiche de setjes vinden voor 30 tot 50 dubbele passen en dat voor verschillende schalen.

uitroepteken Als je een merkpunt bereikt waarvan je zeker bent, begin je best opnieuw vanaf 0 te tellen. Meet opnieuw het aantal passen tot aan de post of tot aan het volgende merkpunt.

Het tellen van passen is natuurlijk sterk afhankelijk van de aard van het terrein. Waar je goed kan lopen heb je minder dubbele passen nodig dan in een moeilijk beloopbaar terrein. Je kan voor jezelf 100 meter afmeten door in een goed doorloopbaar bos het aantal dubbele passen te tellen. Dit is de meest voorkomende situatie.

voorbeeld passen tellen 5 Doordat je aantal passen varieert naarmate de ondergrond anders is (heide, hoog gras, bramen, enz.), is het onmogelijk om voor alle terreintypes je aantal dubbele passen gaan te bepalen. In sommige gevallen kan je deze moeilijkheid omzeilen door je te lopen stuk in 2 of 3 gelijke delen te verdelen (als er merkpunten zijn natuurlijk). In dit voorbeeld kan je je passen tellen van het topje tot de elektriciteitslijn. Je weet dan dat je ongeveer 1,5 keer het aantal passen moet doen tot aan de steen. Van de steen kan je weer je passen tellen tot aan het pad, dan is het ongeveer hetzelfde aantal passen tot aan de vlakke kuil.

Passen tellen vraagt tijd om aan te leren. Maar, éénmaal je het onder de knie hebt, is het een waardevol hulpmiddel, zeker in weinig (of juist heel) gedetailleerde terreinen of op korte, moeilijke stukken naar de post. Je moet je passen blijven tellen terwijl je bezig bent met tal van andere dingen die bij het oriënteren nodig zijn en dat is niet altijd eenvoudig.

Passen tellen

Hieronder een reeks van passenschalen (kijk na of de schaal nog klopt na afprinten).

passenschalen