Eens je beslist hebt een bepaalde route te volgen op de kaart is het nog altijd mogelijk een gelijkaardig doch verschillend lijnmerkpunt te volgen dan gepland. Soms hebben twee gelijkaardige lijnmerkpunten zelfs dezelfde richting. Deze fout wordt dikwijls gemaakt door het verwisselen van lijnmerkpunten zoals paden, grachten, beken, vegetatiegrenzen, enz. maar wordt het meest gemaakt in gedetailleerd reliëf waar soms de verkeerde inloper, vallei, heuvelrug, enz. gevolgd wordt. In dit voorbeeld wordt een natte gracht te vroeg gevolgd en zit de loper in het verkeerde moerasje. Goed contact houden met de kaart (merkpunten tellen) is de boodschap om deze fout te voorkomen.
Als je een parallelfout maakt, duurt het meestal even voor je dit begint te beseffen. Zoals steeds doe je eerst de kaart kloppen en komt het niet in je op dat je een fout gemaakt zou kunnen hebben. Als je de fout ontdekt hebt, zou je toch zo snel mogelijk andere merkpunten moeten zoeken want op dezelfde plaats blijven rondhangen zal je niet helpen. Er staat géén post. In dit voorbeeld helpt het kruispunt of de hoek van de omheining je om de post opnieuw aan te vallen.
In gedetailleerde gebieden is de kans op een parallelfout nog groter. Veel worden wij er niet mee geconfronteerd maar gelijkaardige situaties als op dit voorbeeld kunnen zich voordoen in duinachtige gebieden.
In zeer gedetailleerde gebieden vergroot je het gevaar op een parallelfout door een veel voorkomend merkpunt (in de nabijheid van die post) als opvangmerkpunt of als aanvalspunt te kiezen.
Een parallelfout wordt ook vaak gemaakt na het doorsteken van een bos of een open terrein waarbij je uitkomt op een reeks van evenwijdige lijnmerkpunten. Is dit het geval, dan moet je andere klassieke technieken toepassen en doen alsof die vele lijnmerkpunten er niet zijn. Denk in dit voorbeeld de vele brandgangen even weg. Je kan dan de techniek van afwijken (zie ) toepassen bv. naar rechts en kijken naar de topjes (net over het pad) om de post te vinden.