Een tweede belangrijk moment waar vaak (grote) fouten gemaakt worden zijn de laatste posten. Je bent dan moe, het kaartlezen gaat al niet zo goed meer en je concentratie neemt af. De opwinding doordat je dicht bij het einde van de wedstrijd bent, zeker als die tot dan goed verlopen is, kan er wel eens voor zorgen dat je overmoedig en onnauwkeurig wordt. Je moet echter in gedachten blijven houden dat de wedstrijd pas gedaan is bij het overschrijden van de eindstreep. En, ook zeer belangrijk, laat je zeker niet afleiden door andere lopers.
De laatste post is normaal gezien eenvoudig en geen bijzonder probleem. De voorlaatste post(en) daarentegen vragen je bijzondere aandacht. Een banenlegger is zich ook bewust van dit fenomeen en durft daarom wel eens het moeilijkste te houden tot het laatst (zoals het spreekwoord zegt: het venijn zit hem in de staart). Blijf dus ook deze post(en) op een gedisciplineerde manier afwerken met dezelfde routine als tijdens de rest van de wedstrijd. Je zal je wegkeuze misschien wat moeten aanpassen omwille van je vermoeidheid en meer langs paden en lijnmerkpunten lopen, ook al betekent dit een kleine omweg.
Meestal is de volgweg aangeduid vanaf de laatste post tot de aankomst. Soms is dit echter niet het geval en moet ook de weg naar de aankomst gezocht worden. Je kan weten wat je te wachten staat door op voorhand op de postenbeschrijving te kijken (bovenste symbool is met afbakening, het onderste zonder afbakening).
Kostbare seconden kunnen nog gewonnen worden in de aankomstzone. Je moet echter je krachten verdelen. Lopers die aan de laatste post een eindsprint inzetten en over de aankomstlijn moeten kruipen zullen géén winst boeken.