Even goed als je je kompas kan gebruiken om een richting te nemen naar een post of een merkpunt, kan je de
omgekeerde handeling doen om je standplaats te bepalen vanaf een zeker merkpunt. Dit is een weinig
gebruikte (en gekende) techniek omdat deze niet dikwijls toepasbaar is. Men heeft er immers een opvallend merkpunt
voor nodig en in een bos heb je die niet zo vaak. Als je in de verte echter een merkpunt ziet waar je 100% zeker
van bent, dan kan de volgende techniek nuttig zijn.
Je post staat midden in een bos en je ziet een kruispunt, het einde van een vallei, een hut, een toren, enz.
Je weet dat je in de buurt van de post bent maar je weet niet welke richting je uit moet om hem te vinden.
In dit voorbeeld moet je een put zoeken. Je vindt hem niet onmiddellijk. Neem dan je kompas voor je en mik over de richtingspijl naar het merkpunt (de hoek van de wei).
Draai vervolgens de pijl van de beweegbare kompasdoos tot deze samenvalt met de magneetnaald.
Leg nu je kompas op de kaart. Zorg er eerst voor dat de lijnen van de beweegbare kompasdoos evenwijdig lopen met
de noorderlijnen, de pijl naar het noorden gericht. Verschuif nu je kompas tot de rand op het merkpunt komt waar je
naar gemikt hebt (de hoek van de wei). De
stand van de magneetnaald is van geen belang.
Je bevindt je nu ergens op de lijn (S) langs de rand van je kompas. Meestal volstaat dit om te weten in welke richting de post staat. In dit voorbeeld ben je te ver gelopen en je weet nu dat je terug moet.
Soms kan je ook je afstand schatten tot het merkpunt zodat je nog beter weet waar je staat. Als je een tweede merkpunt ziet, kan je deze oefening nogmaals herhalen. De kruising van de 2 lijnen levert dan je exacte positie op.

Een ander hulpmiddel is het nemen van een tegenazimut. In dit voorbeeld kom je uit een bos en moet je proberen in de heide
een put te vinden. Zolang je aanvalspunt (A) nog zichtbaar is kan je je richting controleren door je om te draaien en
te zien of je nog steeds in de goede richting loopt.
Je hoeft géén moeilijke handelingen uit te voeren. Je draait je gewoon om en
laat de witte naald nu samenvallen met de gearceerde noorderpijl van het kompas (dit is de tegenazimut).
In dit voorbeeld kijk je op je tegenazimut naar het punt X,
links van het kruispunt. Je weet nu welke richting je uit moet om de post te vinden. De afstand blijft natuurlijk onzeker
maar als je goed je passen hebt geteld (zie 
Deze handelingen vergen enige oefening maar kunnen je op een moeilijk moment veel tijd besparen. Deze methodes
zijn zeker bruikbaar in grote open terreinen (het klassieke voorbeeld, het schietveld van Helchteren) maar ook
in open bossen met een goede zichtbaarheid. Valleien en heuvels kunnen je vaak helpen.